Het vissen met de feederhengel is in Nederland en België een verschrikkelijk populaire manier om witvis te vangen. En het is helemaal geen ingewikkelde manier van vissen! Het grote geheim is dat je met behulp van een voerkorf steeds een klein beetje voer op je stek brengt. Op deze manier kun je met de feeder bijvoorbeeld brasem, blankvoorn, winde en kolblei vangen. En vissen met de feeder is helemaal niet zo moeilijk als het lijkt! Wij vertellen je kort wat je nodig hebt voor het feedervissen.
Als je van een afstandje naar een sportvisser staat te kijken die met de feeder aan de slag is, lijkt het niet de makkelijkste visserij te zijn. Maar schijn bedriegt! Feedervissen moet je even onder de knie krijgen, maar is verre van moeilijk. Wat heb je er allemaal voor nodig? Natuurlijk een feederhengel. Er zijn verschillende soorten feederhengels op de markt. Voor de “gewone” visserij op plassen, kanalen en dergelijke voldoet een zogenaamde “medium feeder” prima.
Als je op grote kanalen of rivieren wil vissen is het zinvol te kiezen voor een “Heavy” of een “Extra heavy”. Deze werpkanonnen kunnen gewichten aan tot 120 gram! Maar wij gaan gewoon vissen op een kleinschalig water, dus kiezen we voor een medium feeder. Deze gooit tot ongeveer 60 gram. Perfect voor voerkorven tot ongeveer 40 gram. Op de hengel komt een molen met een beetje een hoge inhaalsnelheid. Formaat 4000 of 5000. Als hoofdlijn kun je kiezen voor een gevlochten lijn of een nylonlijn. Door de rek in de nylonlijn kan het zijn dat, als je op grotere afstand vist de aanbeten niet perfect doorkomen.
Daarom gebruiken we voor de feedervisserij de volgende richtlijn: Vis je korter dan 40 meter, nylon en verder dan 40 meter gebruiken wij gevlochten lijn. Voor nylonlijn is een dikte tussen de 18/00 en 22/00 vaak toereikend, maar 25/00 is natuurlijk ook niets mis mee. Het voordeel van een nylon hoofdlijn is dat de rek ook als demping fungeert voor de kracht die vrijkomt bij het werpen met een zware voerkorf. Je kan er dus voor kiezen om bij het vissen met gevlochten lijn nog een shockleader te gebruiken. Dat is een stuk nylon van ongeveer 3 tot 5 meter gemonteerd tussen je korf en onderlijn en je hoofdlijn.
Het woord korf of voerkorf is al een aantal keren gevallen. Tijd om hier eens wat meer aandacht aan te besteden dus. Een voerkorf (feeder in het engels) is in feite een werpgewicht waarin je lokvoer of voerdeeltjes kunt transporteren naar je stek. Voerkorven zijn er in verschillende soorten en maten. Voor onze visserij zijn zogenaamde gaaskorven met een gewicht tussen de 20 en 40 gram de aangewezen keus. Deze kun je zowel in een gesloten als een open lus monteren. Maar de makkelijkste manier is gewoon schuivend op de hoofdlijn. Op de hoofdlijn komt, vanaf de hengeltop gezien, een speldwartel op de lijn geschoven. In deze speld komt de voerkorf. Op deze manier kun je tijdens het feedervissen snel en makkelijk wisselen van voerkorf. Hieronder een rubberen kraal om de knoop te beschermen. Onderaan de hoofdlijn een wartel. Aan deze wartel komt de onderlijn. Voor de feedervisserij zijn kant en klare onderlijnen te koop, maar je kan ze ook zelf maken. Hiervoor neem je 60 cm tot 100 cm nylon tussen de 12/00 en 18/00 en hieraan monteer je een haak 12 tot 16. Als laatste heb je nog een comfortabele stoel en een feeder steun nodig en we kunnen vissen!
Als haakaas kun je kiezen voor de meest uiteenlopende aassoorten. Klassiek aas voor het feedervissen zijn bijvoorbeeld maden, casters, mestpieren en mais. Tot de “moderne” aassoorten behoren miniboilies en pellets. Lokvoer voor de feedervisserij is kant en klaar toe koop. Om dit voer nog interessanter te maken kan je hieraan bijvoorbeeld maden, mais of voorgeweekte pellets aan toevoegen. De feedervisserij is een schitterende manier om witvis te vangen!
TackleXL maakt op de website gebruik van cookies. Er worden cookies gebruikt voor personalisatie van advertenties. Meer weten? Lees ons privacybeleid.
Oke