In deel 1 van deze tweedelige serie over het vissen met de dropshot hebben we al besproken welke hengel en molen je nodig hebt voor het dropshotten. Ook hebben we je verteld hoe je een dropshot onderlijn knoopt. In dit deel gaan we verder in op het kunstaas en de techniek van het dropshot vissen.
Sinds het vissen met de dropshot een kleine vijftien jaar geleden overgewaaid is vanuit Amerika is het aanbod aan kunstaas voor de dropshot geëxplodeerd. Je kan het zo gek niet bedenken of het is verkrijgbaar om mee te dropshotten. En als je het al moeilijk vindt om te kiezen uit zoveel verschillende vormen, het aantal kleuren waarin de softbaits verkrijgbaar zijn is ook al bijna niet meer te tellen. Op de dropshot vind ik het zelf fijner vissen met slankere modellen shads. Deze hebben minder weerstand in het water en dansen al bij de minste of geringste beweging verleidelijk door het water en daarom kun je deze aasjes hartstikke subtiel vissen.
Shads, slugs en ander kunstaas voor het vissen met de dropshot zijn gemaakt van drijvend rubber. Zo blijft je aasje als je het even stil laat hangen verleidelijk zweven in het zichtveld van de roofvis. Uiteraard wil dat niet zeggen dat je niet met zinkende shads kan dropshotten, maar de aanbieding is mooier en natuurlijker met een drijvende shad.
Zoals al gezegd zijn er ontelbaar verschillende vormen shads op de markt. Om het een beetje overzichtelijk te houden onderscheiden we vier basisvormen. Namelijk een schoepstaart, v-staart, rechte staart en twisterstaart. Schoepstaarten en twisterstaarten zorgen voor het meeste kabaal en visuele attractie onderwater en rechte staartjes en v-staartjes dansen al bij de minste beweging verleidelijk in het water. Wat het beste is? Dat is een kwestie van experimenteren. In de regel mag de actie van het kunstaas voor baars wat drukker zijn, dus een schoepstaartje of een twisterstaartje. Voor snoekbaars gebruik ik liever kunstaas met een v-staartje of een punstaartje. Maar de voorkeur van de vis kan per dag of zelfs per uur verschillen. Blijven experimenteren en blijven wisselen tot je de vangende vorm en kleur kunstaas te pakken hebt is het devies!
Voor kleuren zullen we het ook proberen een beetje overzichtelijk te maken. Laten we deze onderverdelen in “natuurlijk” en “niet natuurlijk.” Natuurlijke kleuren zijn alle kleuren en kleurencombinaties die gebaseerd zijn op het uiterlijk of kleurenpatroon van een vis of ander waterdier dat de baars of de snoekbaars onderwater tegen zou kunnen komen. Ook hier mag het voor de baars best wat drukker en feller gekleurd zijn, terwijl snoekbaars door de band genomen beter te vangen is op de natuurlijke kleuren shads. Ook hier geldt weer dat wisselen en proberen de sleutel tot succes is. Probeer in ieder geval een aantal verschillende staartvormen in verschillende kleuren mee te nemen. Op deze manier zit er altijd wel een vangend stukje kunstaas bij!
Nog een klein aandachtspuntje. Namelijk het op de haak zetten van je kunstaas. Je wilt dat je shad of slug zoveel mogelijk bewegingsvrijheid heeft om z’n kunsten te kunnen vertonen onderwater. Het is daarom belangrijk dat je de haak alleen door de kop van het kunstaas prikt. Op deze manier wordt het soepele rubber niet gehinderd in de bewegingsvrijheid. Over de inhakingskans hoef je je geen zorgen te maken. Door de soepele top en het lichte eigen gewicht van de shad zuigt elke vis het aas, inclusief haak, zo naar binnen.
Stadswateren zijn vaak kaal en kennen weinig obstakels. Als er zich toch obstakels in het water bevinden zijn dit vaak direct de zogenaamde ‘’hot spots’’. Denk hierbij aan waterplanten, eilandjes, overhangende bomen, duikers, bruggen enz. Probeer bij voorkeur altijd richting deze obstakels te vissen omdat de karper zich daar veelal verschuilt, zeker overdag! Let wel op dat je niet te dicht op bijvoorbeeld overhangende bomen vist. Het lijkt de perfecte plek, maar als de vis zich snel vast kan zwemmen in de takken is het voor zowel de vis als de visser niet prettig.
De techniek voor het vissen met de dropshot uit de boot of vanaf de kant is in wezen gelijk. Alleen waar je werpend zelf de lijn binnen draait om je kunstaas te verplaatsen gebeurt dat vanuit de boot doordat de boot langzaam over de hotspot vaart. De beweging in het kunstaas geef je door subtiele bewegingen met de hengeltop te maken, waarbij het lood steeds op de bodem blijft liggen of staan. Dat laatste is heel belangrijk, we willen namelijk het kunstaas verleidelijk op een plek laten dansen en daarvoor is het belangrijk dat het lood op de bodem blijft liggen.
De actie die je aan het kunstaas geeft is zoals gezegd heel subtiel. Vanuit de pols laat je de hengeltop trillen of geef je kleine tikjes. Deze worden direct doorgegeven aan het shadje, die dan zijn actie vertoont onder water. Zo laat je je aasje even op een plek dansen. Geen aanbeet? Dan sleep je je kunstaas een stukje naar je toe en begint het spelletje van dansen opnieuw. Ook hierin is het belangrijk te variëren, sommige dagen mogen de bewegingen wat actiever zijn en andere dagen is de roofvis alleen geïnteresseerd als je kunstaas heel langzaam beweegt. Belangrijk is in ieder geval ten alle tijden om je lood stil te laten liggen op de bodem! De techniek achter het dropshotten is heel erg simpel, het is een spannende visserij en levert vaak mooie vissen op!
TackleXL maakt op de website gebruik van cookies. Er worden cookies gebruikt voor personalisatie van advertenties. Meer weten? Lees ons privacybeleid.
Oke