Vissen op roofblei

De roofblei is nog niet heel lang in Nederland en België, maar heeft zich in die tijd opgewerkt tot een van de meest gewaardeerde sportvissen van de lage landen. En terecht! Snoeiharde aanbeten en keiharde runs maken de roofblei tot een spectaculaire buit voor de visser. Roofblei is het best te vangen vanaf pak ‘m beet april. Het seizoen loopt, afhankelijk van de temperaturen, door tot in november. Je kan roofblei de hele dag door vangen, maar we merken twee duidelijke “bijt-uurtjes” gedurende de dag. De eerste is ’s morgens vroeg, net nadat de zon opkomt. Het tweede bijt moment is in de avond, in de schemering. Maar dat vissen op roofblei, wat heb je daar nou voor nodig qua materiaal? Waar kun je het beste gaan vissen? En met welk kunstaas kun je het beste gaan vissen? Wij geven je wat tips!

Materiaal voor het vissen op roofblei

Roofblei is een sterke vis die zich over het algemeen in de buurt van stroming ophoudt. Dat wil zeggen dat je materiaal hierop aangepast dient te worden. We kiezen als hengel voor een spinhengel. Voor het vissen op roofblei vanaf de kant nemen we een hengel tussen de 2.40 meter en 2.70 meter met een werpgewicht tot 40 gram. Die extra lengte komt goed van pas bij het sturen van de vis, maar je werpt ook verder en nauwkeuriger met een iets langere stok. De aanbeten zijn vaak keihard, dus het is fijn als de top van je hengel iets zacht is om de klap op te kunnen vangen. Aan de andere kant heeft een hengel voor het roofblei vissen wel ruggengraat nodig om controle te hebben over een grote roofblei in de volle stroming. Zoals je ziet stellen we nogal wat eisen aan een hengel! Uiteraard zijn dit geen regels voor het vissen op roofblei, het zijn meer richtlijnen. Belangrijk is vooral dat je er zelf lekker mee kunt vissen.
Omdat het kunstaas waarmee we vissen op roofblei vaak te klein is om met een reel te werpen, komt er een molen op de hengel. Het is jarenlang de trend geweest om het kunstaas keihard binnen te draaien, daarom werd vaak een molen uit de 4000 serie aangeraden. Tegenwoordig draaien we niet meer per definitie het kunstaas op volle snelheid binnen. Maar het is wel fijn als dat kan zonder dat je je rot draait! Een model 2500 tot 4000 voldoet eigenlijk perfect. Zorg er wel voor dat de slip perfect werkt… Op de molen komt een goede, gevlochten lijn. Tussen de 0.08 en 0.12 mm is een goede dikte. Roofblei is een schuwe vis, dus gebruiken we een meter fluorcarbon leader. Dikte zo tussen de 25/00 en 30/00. Hieronder een kleine speld, om makkelijk van kunstaas te kunnen wisselen. En we kunnen vissen!

Kunstaas voor het vissen op roofblei

Nouja, voordat we kunnen gaan vissen moet er eerst natuurlijk nog een stuk kunstaas in de speld gehangen worden. Ook hier speelt persoonlijke voorkeur weer een grote rol, maar we geven graag wat tips. Zelf vis ik graag met kleine plugjes. Ongeveer tussen de 4 en 10 centimeter. Omdat de roofblei zich op verschillende dieptes kan ophouden is het zinvol plugjes mee te nemen die naar verschillende dieptes duiken. Dus bijvoorbeeld enkele poppers of stickbaits, wat ondiepduikende plugjes en een aantal plugjes die dieper duiken. Ook spinners, lepels en werppilkertjes werken erg goed voor het vissen op roofblei. Als extra tip: ratelpluggen. Deze herrie schoppende dingen hebben al menig visdag gered. In mijn doos vind je weinig felle kleuren, voor roofblei werken (althans bij mij) natuurlijke kleuren stukken beter!

Stekken voor roofblei

Stroming is hier toch echt het sleutelwoord. In de beginjaren van de visserij op roofblei in Nederland en België was de roofblei een vis die je echt in de buurt van stroming moest zoeken. Rijn, Maas, Waal en IJssel waren (en zijn) absolute topstekken. In de jaren daarna heeft de roofblei zich gestaag door Nederland verspreid en met regelmaat worden forse roofbleien gevangen in poldersystemen, cultuurwateren en zelfs stadsgrachten! Toch zijn dit zeker niet de makkelijkste wateren om gericht op roofblei te vissen. En laten we eerlijk zijn, het is nog veel mooier ook aan de rivier! Stroming is dus wel de sleutel. Kribkoppen, uitgangen van jachthavens, palen in het water, veerponten. Dit zijn allemaal plekken waar in de stroming kleine vis in de problemen komt en het voor de roofblei makkelijk is de kleine vissen te grijpen. Hier moeten we dus ook vissen! Probeer niet gelijk pal naast je stek te gaan staan. Zoals gezegd is roofblei een schuwe vis. Werp eerst een paar keer vanaf de voet van de krib richting de kop voordat je echt de krib oploopt.

Technieken voor het roofblei vissen

“Vroeger”, toen het vissen op roofblei in de lage landen nog in de kinderschoenen stond werd vaak geroepen dat je je kunstaas zo snel mogelijk in een rechte lijn binnen moest draaien omdat de roofblei anders niet geïnteresseerd zou zijn. Natuurlijk werkt deze techniek geweldig voor roofblei, maar ondertussen is gebleken dat er meerdere wegen naar Rome leiden. Door bijvoorbeeld te twitchen, de stop&go techniek te gebruiken of te “zigzaggen” vergroot je je kans op vis aanzienlijk. Bij het twitchen vis je het kunstaas met korte rukjes binnen. Stop&go betekent dat je tijdens het binnen draaien af en toe een korte pauze inlast. Dit zijn vaak de momenten waarop de roofblei toeslaat. Zigzaggen gaat perfect met een ratelplug. Door de hengel te liften breng je een snelle actie in de plug. Als je daarna gecontroleerd de hengel laat zakken en lijn opdraait maakt je aas een zigzag beweging door de waterkolom. Bij vlagen is dit absoluut onweerstaanbaar voor roofblei. Misschien wel de spectaculairste manier om roofblei te vangen is met oppervlakte kunstaas. Poppers en stickbaits zijn bij vlagen geweldig kunstaas om de roofblei te belagen. De aanbeten zijn knalhard en niet zelden springt een roofblei volledig uit het water bij de aanbeet!

Het roofblei vissen is zoals je kunt lezen een veelzijdige en spannende manier van vissen. Bovendien heeft bijna iedereen wel materiaal in de kast staan om eens op roofblei te gaan vissen? Wat let je? Pas wel op, het is erg verslavend…