Vissen op winde met de korst

In de lente en zomermaanden is het vissen op winde met brood een hartstikke populaire visserij. Een aantal jaren terug waren het vooral roofvissers die in de gesloten tijd achter de winde aangingen, maar tegenwoordig zien we steeds meer vissers die zich in de zomermaanden specialiseren in de visserij op winde. En met afstand de spannendste visserij is die met de drijvende of zinkende korst! De visserij op winde begint zo tussen maart en april en loopt door tot ongeveer november. Windes houden van stroming, en de beste plaats om deze prachtige vissen aan de schubben te komen zijn dus bij uitstek een van de grote rivieren. De Lek, Waal, Rijn en IJssel zijn schitterende rivieren met een goed bestand aan grote winde. Tijd om dus eens met een paar witbroden naar de rivier te gaan!

Stekken voor winde met de korst

Zoals al gezegd houden windes van stroming. Nou, dan zitten we op de grote rivieren dus goed! Een nadeel van de visserij op de rivier is natuurlijk wel dat je voorgevoerde brood steeds wegdrijft. Maar geen stress. Windes houden zich vaak op in kribvakken. En het voordeel van zo’n kribvak is dat de stroming daarin rondgaat als een soort draaikolk. Je brood blijft dus gewoon in het kribvak waar je aan het vissen bent! Nu we het toch over voorvoeren hebben gehad, moeten we daar misschien iets meer over vertellen. Een goede manier om te ontdekken of er windes op je stek zijn is wat korsten in het water gooien. Zelf doe ik dat graag vanaf een kribkop, met de stroom in de rug. Zo kun je het brood voor je voeten te water laten, en drijft dat vanzelf met de stroming mee. Tot het in een cirkel weer bij je voeten terecht komt. Goed, ondertussen zitten we dus lekker op een kribkop in de avondzon en gooien we voor onze voeten wat korsten in het water om die grote windes te lokken.

Materiaal voor het vissen op winde met de korst

Ondertussen tuigen we de hengel op. Een matchhengel of een wat langere spinhengel voldoen prima. Zelf vis ik op winde met een spinhengel van 2.80 lang met een werpgewicht tot 28 gram. De hengel heeft een lekker soepele top. Een molen van formaat 1000 tot 2500 is meer dan toereikend om zelfs de allergrootste windes in het net te krijgen. Op de spoel komt een gevlochten lijn van 08/00 of een nylon hoofdlijn van 18/00 tot 20/00. Als je een gevlochten hoofdlijn gebruikt is het zinvol om een nylon of fluorcarbon onderlijn van 16/00 of 18/00 te gebruiken.
Onderaan de lijn komt, logischerwijs, een haak. Ik gebruik graag haken van Gamakatsu maat 6, 8 of 10. Je kan de korst direct op de haak prikken, maar het is ook mogelijk deze met behulp van een baitband aan de haak te bevestigen. Deze manier van vissen met de korst op winde komt het best tot z’n recht als de vis wat dichter bij de kant zit. Als je wat verder moet werpen, of de vis wat schuwer is, kan het handig zijn om gebruik te maken van een vlokdobber of een floatcontroller. Een vlokdobber spreekt voor zich wat dat is. Hiermee kun je de korst tot ongeveer 50 centimeter diepte aanbieden. Een floatcontroller of floater fungeert eigenlijk meer als werpgewicht dan als beetindicator. Allebei uitermate geschikt voor het vissen op wat langere afstand!

Het vissen op winde zelf

Tijdens het optuigen blijven we steeds de gevoerde korsten in het water gooien en sporadisch nog een handje bijvoeren. Plots worden bij de volgende kribkop voorzichtig de eerste korsten onder water gezogen. Tijd om te vissen dus. Ik gooi nog wat handjes brood in het water en laat mijn korst met de stroom meedrijven richting de azende vissen. Collega Michiel is minder geduldig en werpt met behulp van de floatcontroller zijn korst op enkele meters van de azende vissen. Ondertussen zien we meerdere vissen azen. Voedselnijd! Dat is precies wat we willen. Terwijl mijn korst pas halverwege het kribvak is zie ik Michiel al slaan. Hangen! Een prachtige vis vecht voor wat ze waard is en glijd even later het schepnet in. Tijdens de dril blijf ik steeds kleine beetje korsten bijvoeren om de aanwezige windes geïnteresseerd te houden. We zetten de eerste winde van de avond op de foto en laten deze voorzichtig terugglijden in het koude water. Het wordt een prachtige avond met meerdere schitterende windes. De langzaam zakkende avondzon maakt het tot een perfecte avond

Tips en tricks voor het vissen op winde met de korst

De eerste, en waarschijnlijk de allerbelangrijkste, tip: neem genoeg brood mee! De kans is erg groot dat je niet direct bij de eerste krib windes aantreft. Dan zul je dus verder moeten zoeken, en zodoende ga je best door een hoop brood heen. Ik reken altijd op een witbrood per persoon voor een avondsessie. Als bijvangst kan het zomaar zijn dat je een mooie roofblei aan de haak slaat, geloof het of niet maar deze jagers zijn ook verzot op brood! In mijn ervaring zijn de beste kribben diegene waar wat begroeiing langs het water staat, of zelfs bomen boven het water hangen. Hier komt toch altijd voedsel vandaan, waar de windes dankbaar van eten. Zorg voor een goed schepnet en een onthaakmat! Windes zijn prachtige vissen en we zetten ze graag onbeschadigd weer terug. En als allerlaatste; vergeet je schepnet niet goed uit te spoelen! Hoewel je de vangst van je eerste grote winde natuurlijk niet wil vergeten, is een foto een beter aandenken dat een stinkende auto…